Breestraat

Het raadhuis van Beverwijk heeft al eerder te kijk gestaan. Het is gebouwd in 1868, want op 18 juli 1868 mocht de toenmalige burgemeester Arent Magnin de eerste steen leggen. Dit alles gebeurde in tegenwoordigheid van de wethouders J.F.Halder en P.Verhagen Pzn. (niet te verwarren met de Pieter Verhagen van de gelijknamige laan, deze was de eerste stedebouwkundige van Beverwijk). Voorts waren daarbij aanwezig de raadsleden W.J.C.Waterschoot van der Gracht, J.J.Delruel, P.Kool Jz., A. Stumphius en F.W. van Andel Weller, allemaal namen die ons nu nog bekend zijn. Natuurlijk is de gedenksteen na sloping van het raadhuis veilig gesteld. Het raadhuis was geen mooi gebouw, er gingen de laatste jaren weleens stemmen op om het op de monumentenlijst te plaatsen, maar dat zullen wel voorzichtige pogingen geweest zijn om de sloop te voorkomen. Het gebouw was tot stand gekomen in wat men noemt het stijlloze tijdperk en was architectonisch gezien niet groots. Bij de ingebruikneming in 1869 was in het raadhuis ook een school gevestigd, de Franse school, een soort mulo. Ook was er een aantal jaren het kantongerecht gevestigd.
De voorspoedige groei van Beverwijk -en in 1936 kwam ook Wijk aan Zee en Duin bij Beverwijk-, maakte het dat het gebouw te klein werd. Daarom werd in 1920 de naast het raadhuis staande kruidenierszaak van H.W.Wicherink aangekocht en in 1939 de manufacturenzaak van B.H.Zurlohe. De gemeentesecretarie en de politie vonden er onderdak, de gemeentebode van Uum woonde er boven, maar in 1946 verhuisde 'het stadhuis' naar Scheijbeeck en kreeg de dienst Openbare Werken het gebouw ter beschikking. Deze dienst, oorspronkelijk gehuisvest in het kantoor aan het Moensplein 10, had meer ruimte nodig want Beverwijk wachtte een grote groei.